Een meteoor of 'vallende ster'
Foto: Stefano De Rosa

Meteoren zijn altijd al een mooi verschijnsel geweest, maar hoe ga je nu het beste waarnemen voor meteoren en vooral hoe maak je daar een verslag van. Je komt het te weten in deze cursus.

Benodigdheden voor een succesvolle waarneming:

  1. Een goede ligzetel of een ligmatras
  2. Warme kledij (vooral in de winter)
  3. Een goed polshorloge (dat goed is afgesteld tot op een seconde)
  4. Schrijfgerei en papier of een dictafoon
  5. Rode lamp als je meteoren noteert met pen en papier (en voor als je iets laat vallen)
  6. IMO visueel waarnemingsformulier (Te downloaden bij de downloads van deze website!)
  7. Formulier voor vuurbollen (Te downloaden bij de downloads op deze website)
  8. Gnomische intekenkaarten in geval je een vuurbol wenst in te tekenen of een ongekende radiant ziet
  9. Eventueel wat eten en drinken
  10. Een goede waarnemingsplaats met een zo groot mogelijk beeldveld en zo donker mogelijk
  11. En vooral een grote portie geduld...

Wanneer waarnemen:

Gedurende het volledige jaar zijn er meteoren te zien, elke nacht zijn er sporadische meteoren te zien. In bepaalde periodes gedurende het jaar zijn er meer meteoren te zien die we dan zwerm noemen.

Voorwaarden van een meteoorwaarneming:

  • Bewolkingsgraad <20%
  • Grensmagnitude >5.0
  • Zwermradiant >20° boven horizon
  • Minimum waarnemingsduur 1h
  • Geen storend maanlicht

Voorbereidingen

Voor je gaat waarnemen moet je zeker enkele dingen weten:

  1. Welke zwermen zijn er allemaal actief op dit moment, waar ligt hun radiant en welke snelheden hebben deze meteoren
  2. Opzoeken van enkele drempelgebieden voor de grensmagnitudeschatting
  3. Opzoeken van helderheden van voldoende referentiesterren voor de magnitudeschatting

Het waarnemen zelf

Hiervoor hebben we het IMO (International Meteor Organization) Viseel Waarnemingsformulier nodig. Na de waarneming keren we nog naar het formulier terug om het volledig in te kunnen vullen. Het IMO formulier wordt als standaard genomen voor het waarnemen van meteoren. Dit formulier vindt u bij de downloads op de website.

Positie van de waarnemer

Het centrum van het beeldveld bevindt zich op 50° boven de horizon en zo'n 30 tot 40° van de radiant verwijderd.

Bij de start van de waarneming vul je de identificatiegegevens in op de waarnemingsformulieren (je kan dit ook eerst in het klad noteren en nadien in het net invullen). Let er wel op dat de tijdstippen in UT worden ingevuld.

Een bruikbare waarneming duurt op z'n minst 1h. Dit verdelen we dan in blokken van een half uur omdat we elk half uur enkele zaken dienen te controleren. Dit zijn de bewolkingsgraad en de grensmagnitudeschatting. Deze gegevens dienen dan in de Interval Analysis tabel ingevuld te worden, we schrijven de uren natuurlijk ook op ons blad met geziene meteoren samen met die gegevens.
Om de grensmagnitude te berekenen dienen we in een dichtbijzijnd drempelgebied het aantal sterren te tellen, nadien moet je dit controleren in de tabel met grensmagnitudes om de grensmagnitude te kunnen aflezen.

Tijdens de waarneming wachten we geduldig op meteoren, we turen rustig de hemel af binnen ons beeldveld.
Wanneer je een meteoor ziet dien je enkele gegevens op papier te noteren, deze zullen we uitschrijven in codetaal om zo geen tijd te verliezen. De beste manier is om het blindelings op te schrijven onder elkaar zodat je naar de hemel kunt blijven kijken. Als je toch naar je blad kijkt om de gegevens te noteren, kan je misschien wel een meteoor missen. Wanneer je deze methode toepast, moet je later op het formulier je verloren tijd berekenen en aftrekken van de waarnemingstijd.

De codetaal is zeer eenvoudig, je kort alles zoveel mogelijk in, een vb: PER -1 NS 3. Dit wil zeggen dat het om een Perseïde gaat van magnitude -1 met een nalichtend spoor van 3 seconden. Wanneer het om een sporadische meteoor gaat noteren we SPOR. Een nalichtend spoor kan ook aangeduid worden met een ~. Als de waarneming beëindigd is mag je niet vergeten de waarnemingstijden te noteren!

Na de waarneming

Nu volgt het lastigste werk, het verwerken van de ruwe waarnemingsgegevens en het invullen van de formulieren.

Verwerken van de ruwe waarnemingsgegevens

  • Veldgegevens in het net overschrijven
  • Waarneming verdelen in intervallen van ongeveer 1,5h. Per interval wordt een Interval Analysis tabel ingevuld en berekend
  • De geziene meteoren in de meteorentabel invullen, vergeet hierbij niet de uren van de te noteren van de blokken waarin we werken (de blokken van 30min. voor de bewolkingsgraad en grensmagnitude te controleren)

Interval analysis

Per interval wordt een "Interval Analysis" tabel ingevuld, hierbij wordt elk interval geanalyseerd om de gemiddelde grensmagnitude, gemiddelde bewolkingsgraad en effectieve waarneemtijd te bekomen.

1 - Berekenen gemiddelde grensmagnitudegegevens

Eerst gaan we de grensmagnituden opzoeken van de sterren die we hebben geteld in een drempelgebied, we vergelijken het aantal getelde sterren van het grensmagnitudegebied met de tabel van dit drempelgebied. Stel dat je in grensmagnitudegebied 5 zeven sterren hebt geteld dan kijken we in de tabel wat daar de grensmagnitude voor is. Deze tabellen staan in deze categorie op de website of kunnen ook gevonden worden via de website van IMO. We doen dit voor elk blok en vullen deze in de tabel op ons formulier in samen met de tijd wanneer de sterren geteld werden in het gebied (meestal is dit de starttijd van het blok)

Om nu de gemiddelde grensmagnitude te berekenen gaan we van elk blok de grensmagnitude vermenigvuldigen met de tijdsduur van het blok, vervolgens deze samen tellen en delen door de som van de tijdsduur van elk blok.

Vb.: Lm = (5,70 x 30 + 5,80 x 30 + 5,90 x 30) / (30 + 30 30)

De bekomen waarde wordt vervolgens ingeuld op het formulier bij "Mean Limiting Magnitude"

2 - Berekenen gemiddelde bewolkingsgraad

Per blok dat werd waargenomen binnen een interval worden de waarden genoteerd in de tweede tabel op het interval blad. Dit omvat de start en eindtijd van het blok waarbinnen werd waargenomen en het percentage bewolking. Vb. 21h30 - 22h00 10%

De gemiddelde bewolkingsgraad wordt voor het volledige interval berekend, dit doen we door van elk blok de bewolkingsgraad te vermenigvuldigen met de tijd van het blok, dit samen te tellen en te delen door de som van de tijdsduur van elk blok.

Vb.: K= ((0,10 x 25) + (0,20 x 15) + (0 x 15)) / (25+15+15)

De bekomen waarde wordt ingevuld onder de tabel bij de waarde K

3 - Berekenen correctiefactor bewolkingsgraad

Nu we de gemiddelde bewolkingsgraad kennen, berekenen we nu de correctiefactor. Deze waarde zal dan later op het samenvattingsblad worden ingevuld. De formulie hiervoor staat reeds op het blad vermeld:

F = 1 / (1 - K))

4 - Berekenen van de effectieve waarnemingsduur (Teff)

Om de effectieve waarnemingstijd te kunnen bepalen, vullen we eerst de derde tabel Breaks in. We vullen hier de start- en eindtijd in van de pauzes die genomen zijn tijdens dit interval, de som van de pauzes wordt vervolgens ingevuld onder de tabel bij Breaks. Vervolgens noteren we ook de notatietijd die we nodig hadden per meteoor (ongeveer 10 sec per meteoor om gegevens te kunnen noteren op een blad). Als u bij het waarnemen niet op een blad hebt gekeken en constant naar boven keek, is de notatietijd logischerwijs 0. De tijd per meteoor vermenigvuldigen we met het aantal meteoren die er tijdens dat interval werden waargenomen. De notatietijd per meteoor en de totale notatietijd vullen we in bij Time for plotting.

Nu we de vorige parameters kennen, kunnen we de effectieve waarnemingstijd berekenen. Dit doen we door de som van de pauzes en totale notatietijd af te trekken van de waarnemingstijd. De bekomen waarde, in minuten, vormt de effectieve waarnemingstijd die we invullen bij 'Netto observed time Teff'. De waarde wordt ernaast ook nog in uur genoteerd, afgerond op twee cijfers na de komma.

Summary report

Nadat je de interval analysis hebt ingevuld kan je overgaan naar het samenvattende stuk van het formulier.

Het eerste dat je hier moet doen is opnieuw de locatiegevens noteren. In de tabel daaronder noteer je welke zwermen er actief zijn en de ruwe coördinaten van de radiant (rechte klimming (alpha) en declinatie (delta))

In de grote tabel moet per interval 1 regel ingevuld worden

  1. Period (UT): Begin en eindtijd van het interval in UT
  2. Field: ruwe coördinaten van het centrum van het beeldveld (rechte klimming en declinatie)
  3. Teff, F en Lmavg worden overgenomen uit de Interval Analaysis
  4. Boven de M en N kolom vul je de IMo code van de zwermnaam in.
  5. In de M kolom noteer je welke methode je gebruikt hebt.
    C voor de telmethode of een P voor intekeningmethode, de meest gebruikte is de telmethode.
  6. In de N kolom noteer je het aantal geziene meteoren

Het laatste wat we moeten invullen is de magnitudeverdeling of de magnitude distributions. Hier tel je alle meteoren van een bepaalde zwerm op per hele en halve magnitudeklasse. Het bekomen aantal van de halve magnitudeklassen deel je in 2 en tel je bij de hogere en lagere magnitudeklassse.

Nu het formulier ingevuld is, rest er ons nog één iets, de formulieren opsturen. De formulieren mag je opsturen naar de Vereniging Voor Sterrenkune (VVS), werkgroep meteoren; of je kan deze ook sturen naar de redactie van Spacepage. De waarnemingen worden dan doorgestuurd naar IMO voor verdere verwerking ervan. Let er wel op dat u de formulieren zo snel mogelijk doorstuurt om een mooi zwermoverzicht te bekomen.

Ik wens jullie veel waarnemingsgenot toe en ik hoop dat jullie deze handleiding goed kunnen gebruiken.

Indien je meer info wenst en een gedetailleerde beschrijving van alles met vele voorbeelden en afbeeldingen, bestel dan bij de VVS het boekje Visueel waarnemen van meteoren!

Sander

Vancanneyt Sander

Oprichter & beheerder van Spacepage & Poollicht.beSterrenkunde en ruimteweer redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1802

Het gebeurde toen

De Duitse astronoom Heinrich Wilhelm Matthias Olbers ontdekt de planetoïde 2 Pallas. Dit was de tweede planetoïde die ooit werd ontdekt. De planetoïde 2 Pallas beweegt zich in een baan om de Zon op een afstand van ongeveer 416 miljoen kilometer en is ongeveer 550 kilometer groot. Deze ruimterots werd genoemd naar Pallas uit de Griekse mythologie, de dochter van Zeus en beschermgodin van de stad Athene. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

23%

Sociale netwerken