Foto: Rocket Lab

Wanneer we het hebben over ruimtevaart en commerciële lanceerbedrijven denken we vaak aan historische plaatsen als Bajkonoer in Kazachstan, Cape Canaveral in de Verenigde Staten of Kourou in Zuid-Amerika. Waar we totaal niet aan zouden denken, is een land als Nieuw-Zeeland dat slechts 4,4 miljoen inwoners telt, actieve vulkanische activiteit kent en de laatste jaren bij ons bekend werd om zijn prachtige landschappen uit de filmreeks Lord Of The Rings. Toch bestaat de kans dat een stukje kustgebied van Nieuw-Zeeland in de nabije toekomst een even belangrijke rol zal gaan spelen op vlak van commerciële ruimtevaart. Zo wil het in de Verenigde Staten gevestigde bedrijf Rocket Lab op het eiland, dat vooral bekend is om zijn kiwi’s en zijn prachtige natuur, er een lanceerbasis bouwen vanwaar men wekelijks kleine satellieten in de ruimte wil brengen.

In de commerciële ruimtevaart zien we de laatste jaren een enorme toename aan kleine satellieten die nu vaak met andere, grotere satellieten meereizen aan boord van grote en dure draagraketten. Doordat deze kleine satellieten meereizen met hun grotere ‘broers’ is de wachttijd echter vaak lang om ze te lanceren wat zeer nadelig is voor de onderzoekscentra of universiteiten die deze microsatellieten ontwikkelen. Deze kleine satellieten, zoals cubesats, kunnen vandaag de dag ook enkel maar gelanceerd worden vanop de bekende lanceercentra zoals Cape Canaveral in Florida of Kourou in Frans-Guyana waardoor het transport naar deze locaties de kostprijs van de lancering omhoog jaagt. Het in 2007 door Peter Beck opgerichte bedrijf Rocket Lab wil hier dringend iets aan doen en heeft een project opgestart om op een verlaten stuk kustgebied in Nieuw-Zeeland, ten zuiden van de stad Christchurch, een lanceerbasis te bouwen vanwaar men op geregelde tijdstippen kleine satellieten in de ruimte kan brengen. In de jaren ’60 werden vanuit deze regio (Birdling's Flat) ook al enkele sondeerraketten gelanceerd in opdracht van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA die toen een maximale hoogte haalden van zestig kilometer. Rocket Lab koos voor zijn lanceerbasis specifiek voor deze regio aangezien men hier geen rekening hoeft te houden met druk luchtverkeer boven de lanceerbasis, nabij gelegen steden of drukke vaarroutes. Op het terrein zal Rocket Lab een klein lanceerplatform bouwen alsook een mobiel transportvoertuig voor raketten en een assemblagehal. Alles samen zal de nieuwe lanceerbasis niet veel groter zijn dan een voetbalterrein waardoor men de impact op het milieu miniem wil houden. Doordat de nieuwe lanceerbasis zich op het verlaten en afgelegen Kaitorete Spit bevindt, langs de kust van Canterbury, is volgens Rocket Lab deze locatie uitermate geschikt voor het lanceren van raketten. Door zijn afgelegen locatie moet het volgens Rocket Lab mogelijk zijn om vanop de nieuwe lanceerbasis wekelijks een sondeerraket of kleine draagraket te lanceren. Andere commerciële lanceerbedrijven als het Amerikaanse SpaceX lanceren hun raketten vanop grote lanceerbasissen die eigendom zijn van de overheid en afhankelijk zijn van strenge regels waardoor men gelimiteerd is in de mogelijkheden. Doordat er steeds meer kleinere satellieten worden gebouwd en deze goedkoper worden, is de vraag naar lanceringen op korte termijn de laatste jaren dan ook enorm gestegen. Het Amerikaanse onderzoeksinstituut SpaceWorks Enterprises rekende uit dat er tegen 2020 een wereldwijde vraag zal zijn van ruim vijfhonderd lanceringen van zogeheten ‘smallsats’ per jaar.

Rocket LabOprichter van Rocket Lab Peter Beck nabij de Electron raket - Foto: Rocket Lab

Naast het realiseren van een lanceerbasis in Nieuw-Zeeland wil Rocket Lab ook kleine satellieten, tot maximaal 100 kilogram, zelf in de ruimte brengen. Hiervoor ontwikkelt het bedrijf de twintig meter lange Electron tweetraps raket. Dit nieuwe lanceermiddel moet vrachten tot 100 kilogram tot in een zon-synchrone baan om de Aarde kunnen brengen met een maximale hoogte van 500 kilometer. Door zijn toegang tot zon-synchrone banen om de Aarde is de nieuwe lanceerbasis en de bijhorende Electron raket uitermate geschikt voor het lanceren van kleine wetenschappelijke satellieten. Terwijl de negen raketmotoren van de onderste rakettrap van de Electron samen een maximale stuwkracht kunnen opwekken van 183kN zal de tweede rakettrap een stuwkracht hebben 22kN. Als brandstof zal de Electron beroep doen op een mengsel van kerosine en vloeibare zuurstof. Rocket Lab is er van overtuigd dat zijn raket tijdens één lancering minder brandstof zal verbruiken dan een Boeing 737 passagiersvliegtuig verbruikt dat van San Francisco naar Los Angeles vliegt. Op die manier profileert Rocket Lab zich ook als milieuvriendelijk ruimtevaartbedrijf. Het ontwerp van de Electron raket is in veel opzichten baanbrekend aangezien de raket gebruik zal maken van onderdelen vervaardigd uit koolstofvezel en zijn raketmotor, genaamd ‘Rutherford’, zal gebruik maken van batterijen die de belangrijke turbopompen moeten laten draaien. Indien het bedrijf hierin slaagt, is dit de eerste draagraket ter wereld die gebruik maakt van batterijtechnologie voor laten functioneren van cruciale motoronderdelen. Ook wil Rocket Lab gebruik maken van een 3D-printer voor het produceren van belangrijke raketonderdelen waardoor de productie veel sneller kan gaan dan bij de bouw van hedendaagse raketten. De opvallend donker gekleurde Electron raket zal ook gebruik maken van high-tech avionica die alles samen niet meer dan negen kilogram wegen. Volgens Rocket Lab moet het gebruik van batterijen en een 3D-printer de kostprijs van de raket drastisch doen zakken. Zo zou de kostprijs van één Electron raket slechts vijf miljoen dollar mogen bedragen. Ter vergelijking: de goedkoopste draagraketten kosten vandaag de dag dertig miljoen dollar. Indien Rocket Lab er in slaagt om tegen deze kostprijs kleine satellieten in de ruimte te brengen, zal dit voor een ware revolutie zorgen op de commerciële lanceermarkt.

Rocket LabArtistieke impressie van de nieuwe lanceerbasis op Nieuw-Zeeland - Foto: Rocket Lab

De lage kostprijs van de Electron raket en de bijhorende ambitieuze plannen van Rocket Lab zijn niet in dovenmans oren gevallen en hebben ervoor gezorgd dat Rocket Lab momenteel al meer dan dertig klanten heeft die hun satellieten in de ruimte willen laten brengen door het Nieuw-Zeelandse ruimtevaartbedrijf. Eén van de bedrijven waarmee Rocket Lab een contract afsloot, is het Amerikaanse bedrijf Spire Global dat in 2012 werd opgericht door ondermeer de Belg Jeroen Cappaert. Dit bedrijf, dat in 2013 en 2014 al vier kleine satellieten in de ruimte liet brengen, wil in de nabije toekomst honderd satellieten van het type cubesat in de ruimte brengen. Deze nanosatellieten moeten samen een netwerk moeten vormen waarmee men enerzijds schepen waar ook ter wereld kan volgen en anderzijds ook gegevens kan verzamelen over de weersomstandigheden boven de oceanen. Ondanks het feit dat er vandaag de dag verschillende spelers zijn op de commerciële lanceermarkt (SpaceX, ISC Kosmotras, …) voor het lanceren van kleine satellieten koos Spire Global toch voor Rocket Lab omwille van de korte tijd tussen de geplande lanceringen dat het bedrijf wil uitvoeren vanop Nieuw-Zeeland. Toch is de keuze voor een jong lanceerbedrijf als Rocket Lab vrij opmerkelijk aangezien het ruimtevaartbedrijf tot op heden nog geen enkele Electron raket lanceerde. De enige ervaring die Rocket Lab momenteel al heeft, is het ontwikkelen en lanceren van kleine sondeerraketten. Volgens het lanceerbedrijf zullen de eerste tests met de nieuwe Electron in 2015 nog moeten worden uitgevoerd waarna men in 2016 wil overgaan tot de eerste commerciële lanceringen.

Indien Rocket Lab met zijn Electron raket satellieten vanuit Nieuw-Zeeland in de ruimte kan brengen, is de lanceerbasis van Kaitorete Spit ‘s werelds eerste echte private en commerciële lanceerbasis. Net zoals andere private bedrijven, zoals Virgin Galactic en SpaceX, in de nabije toekomst satellieten in ruimte willen brengen tegen een lage kostprijs zal het echter afwachten worden of ook Rocket Lab hier zal inslagen. Ondanks kritiek van lokale milieuactivisten die schrik hebben dat de nieuwe lanceerbasis een impact zal hebben op het plaatselijke ecosysteem krijgt Rocket Lab wel de volle steun van de lokale overheden aangezien het ruimtevaartbedrijf er een 200-tal jobs willen creëren en men Nieuw-Zeeland op deze manier op de kaart kan zetten wanneer het gaat over ruimtevaart.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1972

Het gebeurde toen

De Zwitserse astronoom Paul Wild ontdekt de planetoïde 1866 Sisyphus. Deze tien kilometer grote planetoïde is de grootste van de Apollo groep en kruist de baan van de Aarde. Haar grootte is te vergelijken met de vermoedelijke doorsnede van de meteoriet die de Chicxulubkrater in Mexico veroorzaakte. Foto: Valérie Chételat

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

100%

Sociale netwerken