
Astronomen hebben 53 nieuwe superzware zwarte gaten ontdekt die met bijna lichtsnelheid stralen van materie uitstoten die zich uitstrekken tot wel 7,2 miljoen lichtjaar, ongeveer 50 keer de breedte van de Melkweg.

De allereerste detectie van een coronale massa-uitbarsting van een kleine rode dwergster zou grote gevolgen kunnen hebben voor het leven op nabijgelegen planeten. Op aarde zijn coronale massa-uitbarstingen (CME's), zoals die we eerder deze maand hebben meegemaakt, esthetische, zelfs verstorende gebeurtenissen, die aurora's naar het zuiden sturen en radiosignalen onderbreken.

In het begin van de jaren 1930 observeerde de Zwitserse astronoom Fritz Zwicky dat sterrenstelsels in de ruimte sneller bewogen dan op basis van hun massa te verwachten was. Dit bracht hem tot de conclusie dat er een onzichtbare structuur moest bestaan, donkere materie, die de sterrenstelsels bij elkaar hield. Bijna 100 jaar later heeft de Fermi Gamma-ray Space Telescope van NASA mogelijk direct bewijs voor donkere materie geleverd, waardoor de onzichtbare materie voor het eerst ‘zichtbaar’ is geworden.

Ongeveer 4,5 miljard jaar geleden vond de meest ingrijpende gebeurtenis in de geschiedenis van onze planeet plaats: een enorm hemellichaam genaamd Theia botste met de jonge aarde. Hoe de botsing zich precies heeft voltrokken en wat er daarna precies is gebeurd, is nog niet definitief opgehelderd. Wat echter wel zeker is, is dat de grootte, samenstelling en baan van de aarde hierdoor zijn veranderd, en dat de inslag het begin markeerde van onze trouwe metgezel in de ruimte, de maan.

Onderzoekers die gebruikmaken van de James Webb-ruimtetelescoop van NASA/ESA/CSA hebben een actief groeiend superzwaar zwart gat bevestigd in een sterrenstelsel dat slechts 570 miljoen jaar na de oerknal is ontstaan. CANUCS-LRD-z8.6 maakt deel uit van een klasse kleine, zeer verre sterrenstelsels die astronomen voor een raadsel stellen. Het vormt een essentieel stukje van deze puzzel en daagt bestaande theorieën over de vorming van sterrenstelsels en zwarte gaten in het vroege heelal uit. De ontdekking legt een verband tussen vroege zwarte gaten en de lichtgevende quasars die we vandaag de dag waarnemen.

Het meten van de snelheid van het zonnestelsel door de ruimte klinkt eenvoudig, maar het is een van de meest uitdagende tests van ons kosmologisch begrip. Terwijl ons zonnestelsel door het universum reist, creëert deze beweging een subtiele asymmetrie, een ‘tegenwind’ waarbij iets verder weg gelegen sterrenstelsels meer in onze reisrichting verschijnen dan achter ons.

Astronomen zijn al jaren op zoek naar de eerste generatie sterren, oeroude overblijfselen uit het vroege heelal. En nu hebben ze die misschien gevonden. Ari Visbal van de Universiteit van Toledo, Ohio, en zijn collega's denken dat ze een glimp hebben opgevangen van zogenaamde Populatie III-sterren (Pop III) na een gedetailleerde analyse van eerdere waarnemingen van de James Webb Space Telescope (JWST) van een verafgelegen sterrenstelsel genaamd LAP1-B.

Het is algemeen bekend dat Jupiter een cruciale rol speelt in de dynamiek van het zonnestelsel. Als grootste planeet voorbij de ‘vorstgrens’, de grens waar vluchtige stoffen (zoals water) bevriezen, beschermt Jupiter de planeten van het binnenste zonnestelsel tegen mogelijke inslagen van asteroïden en kometen.

De eerste commerciële telescoop voor deep-space astronomie ter wereld gaat op zoek naar sterren die in hun baan bewoonbare exoplaneten zouden kunnen hebben. De Mauve-telescoop, ontwikkeld door de in Londen gevestigde start-up Blue Skies Space, is zo groot als een kleine koffer en is uitgerust met een standaard ultravioletspectrometer die is aangepast om flitsende sterren te monitoren.

Een zwakke zone in het magnetisch veld van de aarde, dat gekend is als de 'South Atlantic Anomaly', is de afgelopen tien jaar met een oppervlakte ter grootte van ongeveer de helft van het Europese vasteland gegroeid. Dat blijkt uit gegevens die de afgelopen 11 jaar zijn verzameld door de Swarm-satellietconstellatie van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.

Twee kleine sondes maken zich los van de Amerikaanse ruimtesonde Deep Space 2 en begeven zich naar het Marsoppervlak. Helaas verloor men tijdens de afdaling naar het Marsoppervlak alle communicatie met de twee sondes. De probes wogen in totaal slechts 3,6 kg en waren bedoeld om als eerste ruimtetuigen ooit onder de oppervlakte van een andere planeet door te dringen. Het onderste deel zou zich 0,6 meter diep in de Marsbodem penetreren en het bovenste deel zou op het oppervlak blijven om data door te sturen naar de Mars Global Surveyor. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.